Hadith van de Neerdaling
Ibn Hajar al-‘Asqalani
Abdullah bin Maslamah levert van Malk over op het gezag van Ibn Shihab op het gezag van Abu Salama en Abdullah al-Gharr die beiden overleveren van Abu Hurayra dat de Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen zij met hem) zei
“Onze Heer, de Gezegende, de Superieure, daalt iedere nacht tot de dichtstbijzijnde hemel neer wanneer de laatste deel van de nacht overblijft en zegt: ‘Is er iemand die Mij aanroept, zodat ik zijn roep kan beantwoorden? Is er iemand die Mij vraagt, zodat Ik zijn verzoek kan verhoren? Is er iemand die Mij vergiffenis vraagt, opdat ik Hem kan vergeven?’” (Sahih al-Bukhari)
Ibn Hajar zegt:
Degene die een richting voor Allah claimen hebben deze overlevering gebruikt als bewijs dat Hij in de bovenstaande richting is (jihat al-‘uluww). De grote meerderheid van de geleerden verwerpen dit, omdat het zeggen van zoiets leidt tot het vaststellen van grenzen voor Hem, en Allah is verheven boven dat.Dus is er meningsverschil over de betekenis van nuzul (neerdalen) en hieromtrent zijn er de volgende uitspraken:
- Sommigen van hen zijn degenen die vasthouden aan de schijnbare (zahir) en de letterlijke (haqiqi) betekenis. Zij vallen onder de mushabbiha (zij die Allah vergelijken met de schepping). Verheven is Allah boven hun uitspraken.
- Sommigen verwerpen de geldigheid van de overleveringen die vermeld zijn op dat gebied volledig. Dit zijn de Kharijieten en de Mu’tazilieten. Dit standpunt is enorm omstreden. Wat vreemd is dat hetgeen wat hierover vermeld is in de Qur’an, figuurlijk wordt geïnterpreteerd door hen, terwijl zij de overleveringen uit onwetendheid of uit koppigheid verwerpen.
- Sommigen hebben ze genomen zoals ze voorbij kwamen en geloven erin zonder specificiteit. Zij verklaren Allah verheven boven hoedanigheid, en gelijkenis met de schepping (tashbih). Zij zijn de overgrote meerderheid van de Salaf. Dit standpunt is overgeleverd door Bayhaqi en anderen van de vier Imams, Sufyan ibn ‘Uyayna, Sufyan al-Thawri, Hammad bin Salama, Hammad bin Zayd, Al-Awza’i, al-Layth en anderen.
- Sommigen hebben het geïnterpreteerd op een manier zoals dat past in de taalkundige gebruik van de Arabieren.
- Sommigen hebben ze overdreven geïnterpreteerd tot op het punt dat zij bijna de tekst hebben vervalst (tahrif).
- Sommigen hebben een onderscheid gemaakt tussen een vorm van interpretatie dat waarschijnlijk en gangbaar is in de taalkundige gebruik van de Arabieren, en een andere vorm dat vergezocht en verouderd is. In het eerste geval worden ze geïnterpreteerd en in de laatste wordt de betekenis toegeschreven aan Allah [dat wil zeggen; als het Arabisch equivalent toepasselijk is voor Allah, zou het geaccepteerd worden tenzij het Arabisch gebruik de Majesteit van Allah bestrijdt. Dan wordt gehandeld op basis van tafwid]. Dit is overgeleverd van Malik, en andere latere geleerden en is beslissend verklaard door Ibn Daqiq al-‘Id.
Al-Bayhaqi zei: De veiligste methode is om erin te geloven zonder hoedanigheid, en datgene aan te houden aangaande wat gezegd is, behalve als de uitleg overgebracht is door de Profeet zelf, waarbij in dat geval het gevolgd wordt. Het bewijs hiervoor is de overeenstemming van de geleerden dat een specifieke interpretatie niet verplicht is, en dus is daarom het toeschrijven van de betekenis aan Allah de veiligste optie.
Ibn Hajar al-‘Asqalani
Abdullah bin Maslamah levert van Malk over op het gezag van Ibn Shihab op het gezag van Abu Salama en Abdullah al-Gharr die beiden overleveren van Abu Hurayra dat de Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen zij met hem) zei
“Onze Heer, de Gezegende, de Superieure, daalt iedere nacht tot de dichtstbijzijnde hemel neer wanneer de laatste deel van de nacht overblijft en zegt: ‘Is er iemand die Mij aanroept, zodat ik zijn roep kan beantwoorden? Is er iemand die Mij vraagt, zodat Ik zijn verzoek kan verhoren? Is er iemand die Mij vergiffenis vraagt, opdat ik Hem kan vergeven?’” (Sahih al-Bukhari)
Ibn Hajar zegt:
Degene die een richting voor Allah claimen hebben deze overlevering gebruikt als bewijs dat Hij in de bovenstaande richting is (jihat al-‘uluww). De grote meerderheid van de geleerden verwerpen dit, omdat het zeggen van zoiets leidt tot het vaststellen van grenzen voor Hem, en Allah is verheven boven dat.Dus is er meningsverschil over de betekenis van nuzul (neerdalen) en hieromtrent zijn er de volgende uitspraken:
- Sommigen van hen zijn degenen die vasthouden aan de schijnbare (zahir) en de letterlijke (haqiqi) betekenis. Zij vallen onder de mushabbiha (zij die Allah vergelijken met de schepping). Verheven is Allah boven hun uitspraken.
- Sommigen verwerpen de geldigheid van de overleveringen die vermeld zijn op dat gebied volledig. Dit zijn de Kharijieten en de Mu’tazilieten. Dit standpunt is enorm omstreden. Wat vreemd is dat hetgeen wat hierover vermeld is in de Qur’an, figuurlijk wordt geïnterpreteerd door hen, terwijl zij de overleveringen uit onwetendheid of uit koppigheid verwerpen.
- Sommigen hebben ze genomen zoals ze voorbij kwamen en geloven erin zonder specificiteit. Zij verklaren Allah verheven boven hoedanigheid, en gelijkenis met de schepping (tashbih). Zij zijn de overgrote meerderheid van de Salaf. Dit standpunt is overgeleverd door Bayhaqi en anderen van de vier Imams, Sufyan ibn ‘Uyayna, Sufyan al-Thawri, Hammad bin Salama, Hammad bin Zayd, Al-Awza’i, al-Layth en anderen.
- Sommigen hebben het geïnterpreteerd op een manier zoals dat past in de taalkundige gebruik van de Arabieren.
- Sommigen hebben ze overdreven geïnterpreteerd tot op het punt dat zij bijna de tekst hebben vervalst (tahrif).
- Sommigen hebben een onderscheid gemaakt tussen een vorm van interpretatie dat waarschijnlijk en gangbaar is in de taalkundige gebruik van de Arabieren, en een andere vorm dat vergezocht en verouderd is. In het eerste geval worden ze geïnterpreteerd en in de laatste wordt de betekenis toegeschreven aan Allah [dat wil zeggen; als het Arabisch equivalent toepasselijk is voor Allah, zou het geaccepteerd worden tenzij het Arabisch gebruik de Majesteit van Allah bestrijdt. Dan wordt gehandeld op basis van tafwid]. Dit is overgeleverd van Malik, en andere latere geleerden en is beslissend verklaard door Ibn Daqiq al-‘Id.
Al-Bayhaqi zei: De veiligste methode is om erin te geloven zonder hoedanigheid, en datgene aan te houden aangaande wat gezegd is, behalve als de uitleg overgebracht is door de Profeet zelf, waarbij in dat geval het gevolgd wordt. Het bewijs hiervoor is de overeenstemming van de geleerden dat een specifieke interpretatie niet verplicht is, en dus is daarom het toeschrijven van de betekenis aan Allah de veiligste optie.